Wij willen dat leerlingen plezier hebben in het leren. Daarom moedigen wij de leerlingen aan in het leren met verschillende werkvormen. In de onderbouw wisselen de grote en kleine kring elkaar hierin af. In de midden- en bovenbouw starten veel lessen met een uitleg en verwerken de kinderen deze instructies in verschillende werkvormen. Denk hierbij aan samenwerkingsopdrachten, digitale verwerking, verwerking in spelvorm en verwerking in de werkboeken vanuit de methode.
Samenwerken en bewegen spelen een grote rol in de genoemde werkvormen. Wij bieden veel werkvormen aan waar de kinderen van en met elkaar leren. Bewegend leren past binnen onze 'Gezonde School'. Wij zorgen met bewegend leren dat we niet alleen in de werkboeken werken, daarom gaan we ook met de kinderen naar buiten. Hier doen we bijvoorbeeld spellinglessen met stoepkrijt.
Ook door onze leerlingen keuzes te geven in hun leren zorgen we voor meer plezier. Ze kunnen hun eigen interesses volgen en voelen zich betrokken bij hun eigen leerproces. Zo krijgen ze bij onderwerpen binnen een thema of vakgebied zelf iets kiezen. Hebben we bijvoorbeeld een project over dieren, dan kunnen de kinderen zelf kiezen welk dier ze willen bestuderen.
Ook mogen ze werkvormen kiezen die passen bij hun leerstijl en interesses: sommige leerlingen leren beter door te lezen, anderen werken beter met discussies en groepswerk. Daarnaast mogen de kinderen hun eigen tempo bepalen waardoor ze op hun eigen niveau kunnen leren en geven we feedback die gericht is op hun ontwikkeling.
Op onze school hebben we respect voor elkaar. We gaan op een positieve manier met elkaar om en we nemen verantwoordelijkheid voor onze eigen keuzes en ons eigen gedrag. Door elkaar te leren kennen, leren we respect voor elkaar te hebben. Als wij samenwerken in de groepen, doen wij dit in verschillende samenstellingen. Zo leren alle kinderen in de klas met elkaar samen te werken.
Het hebben van respect benadrukken we door te werken vanuit de thema’s van de Vreedzame School. Binnen dit thema is het belangrijk dat iedereen goed met elkaar omgaat en dat wij ons allemaal fijn en veilig voelen bij elkaar.
Op de Feniks leren de leerlingen zichzelf goed kennen. Dit doen ze onder andere door middel van de feedback die ze van ons en van elkaar krijgen en door op hun eigen gedrag te reflecteren (kritisch kijken naar wat ze hebben gedaan, hoe ze dit hebben gedaan en hiervan leren).
Wij geven zo snel mogelijk feedback op het gemaakte werk, bijvoorbeeld tijdens looprondes in de klas en in het (werk)schrift. Soms wisselen we dit af en kijken de kinderen eerst elkaars werk na voordat ze dit inleveren. Zo leren de kinderen van én met elkaar. Ook kijken we terug over langere periodes. Op deze manier weten de kinderen vooraf wat de doelen zijn van een hoofdstuk en kijken we samen terug of deze gehaald zijn.
Tijdens gesprekken met de kinderen reflecteren we op het eigen gedrag, zowel één op één als met de hele groep. Hierbij stellen we vragen als: wat was jouw rol tijdens dit project? Wat kan beter? Wat heb ik geleerd en hoe zou ik dit een andere keer aanpakken?